- Meer dan honderd miljoen ton per jaar: zo groot is de wereldwijde vraag naar vis en de vraag blijft maar toenemen. In de rijke landen is het gewoon een "gezonde" optie voor de consumenten, maar in de armere landen is vis gewoon het basisvoedsel. En voor de Japanners, die veruit de grootste zeevruchteneters zijn (met 66,5 kg per persoon per jaar tegenover een wereldgemiddelde van 23,5 kg per persoon en 24,2 kg per persoon in Belgi�), is het zelfs een koningsmaal.
- Om aan die vraag te voldoen, hebben de intensieve vistechnieken overal ter wereld uitbreiding genomen, zozeer zelfs dat ze tot overbevissing leiden: vandaag de dag worden overal � en dat geldt voor een almaar toenemend aantal soorten � meer vissen gevangen dan er nieuwe geboren worden. Gevolg: die soorten worden met uitsterven bedreigd, met een vernietigende impact op de biodiversiteit en het evenwicht van de voedselketen. Ongeveer een zevende van de wateren op onze planeet worden overbevist, maar de weerslag daarvan is voelbaar in meer dan drie kwart van de belangrijke visgebieden in de wereld! Als we de FAO (voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties) mogen geloven, is er overbevissing voor bijna 80% van de vissoorten: 52% worden maximaal ge�xploiteerd, 17% worden overge�xploiteerd en 8% zijn gewoon uitgeput!.
- Aquacultuur is niet de ideale oplossing. De bouw van boerderijen voor viskweek leidt immers tot de vernietiging van de mangroves en van de natte zones in de tropische gebieden. De aquacultuur brengt ook vervuiling mee en veroorzaakt enorme hoeveelheden afval. En dan zwijgen we nog over de parasieten en andere ziekten die in de kwekerijen welig tieren, noch over de nood aan wilde vissen voor het voeden van die kwekerijvissen...
- Bestaat er zoiets als duurzame visserij? Duurzaam vissen is vissen met eerbied voor de sociale, economische en milieucriteria. In 1995 hebben 170 leden van de FAO de gedragscode voor verantwoord vissen goedgekeurd. Het Gemeenschappelijk Visbeleid, de zeetegenhanger van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLP), probeert ook om de visserij en de aquacultuur economisch leefbaar te houden en tegelijk de verstoringen van de zee-ecosystemen in te perken. Tegen einde 2012 wordt de hervorming van dit beleid voorzien en tot dan zullen nog tal van netelige kwesties (zoals beheer van de natuurlijke hulpbronnen, de toekenning van visquota, toegang tot de visgebieden en de natuurlijke hulpbronnen in die gebieden) bediscussieerd moeten worden. En dus mobiliseren de overheidsinstanties op Europese en wereldschaal zich, maar de tijd dringt en compromissen komen altijd maar traag tot stand...
Hoe dan ook zijn bepaalde visproducenten zich meer dan andere bewust van het probleem voor de toekomst van onze oceanen en passen ze nu al toekomstgerichte vispraktijken toe. Er bestaan labels die helpen om vissen, schelp- en schaaldieren uit duurzame visserij te herkennen. We denken bijvoorbeeld aan het MSC-label (Marine Stewardship Council), dat terug te vinden is op bepaalde producten bij Aldi, Carrefour, Delhaize, Iglo, Lidl en Makro. De labels Biogarantie en AB (Agriculture biologique) worden ook gebruikt voor de aquacultuur. Het Rode Label / Label Rouge op de garnalen van Madagascar die door de Unima Groep ge�xploiteerd worden, garandeert ook een meer milieuvriendelijke productie van garnalen. Enkele grote winkels ontwikkelen hun eigen duurzame bedrijfskolom. Dat is het geval voor Carrefour (logo's "P�che responsable" en "Agir Eco Plan�te"), Delhaize (WWF-label op de Claresse vis) en Colruyt (met het merk Kelvin). Die labels wijzen evenwel op milieuvriendelijke vis- of kweektechnieken, maar betekenen niet dat de beviste soorten niet (meer) bedreigd worden.
- De enqu�te van het OIVO in de warenhuizen. Het OIVO is in enkele warenhuisvestigingen gaan rondwandelen op zoek naar duurzame vis. De conclusies zijn dat er duurzame keuzes bestaan, maar dat er vaak minder van zijn dan van de vissoorten waarvan het voortbestaan bedreigd wordt. Bovendien zijn ze niet altijd gemakkelijk te herkennen. Dat komt doordat de productetikettering niet altijd leesbaar genoeg is.
- De consument heeft een rol te vervullen. Om vissen te kiezen die niet bedreigd worden en zo de producenten onder druk te zetten, is het belangrijk dat de consumenten de soort (= naam van de vis), de vangplaats (bijv. de Stille Oceaan) en de productiemethode (bijv. gevist of gekweekt) kent. Die gegevens moeten verplicht op het etiket van vissen vermeld worden. Maar waar vindt de consument verdere informatie? De milieuorganisaties, de wetenschappelijke instituten, de visindustrie en zelfs Delhaize publiceren informatie over de bedreigde soorten, over het beste seizoen voor de consumptie van deze of gene soort, met goed onderbouwde tips erbovenop. Maar ondanks alles blijft verantwoorde visconsumptie relatief moeilijk: de duurzaamheidslabels die milieuorganisaties uitreiken en die hierboven genoemd worden, zijn dus goede hulpmiddelen om de consument in staat te stellen om bewuste keuzes te maken.
De aanbevelingen van het OIVO
Het OIVO raadt een betere sensibilisatie van de consumenten aan met betrekking tot de ernstige gevolgen van overbevissing. Daarom zou er voor de consumenten een rode lijst (met namen en foto's) van de te vermijden soorten ter beschikking gesteld moeten worden, zou hen aangeleerd moeten worden om de gegevens op het etiket zo goed mogelijk te ontcijferen, zouden de duurzame labels hen aanbevolen moeten worden, zouden ze aangemoedigd moeten worden om plantenetende vissen (zoals haring, makreel enz.) te eten en zouden ze alle informatie moeten krijgen die nodig is om te kiezen voor vissen van volwassen leeftijd die buiten hun voortplantingsperiode gevangen werden.
|