Het OIVO heeft al menige wijdverspreide enqu�te aan dit onderwerp gewijd. In mei 2010 werden 683 mensen in Walloni� ge�nterviewd. Op het vlak van preventief gedrag kon toen vastgesteld worden dat maar 1 op de 2 consumenten (54%) menu's opstelde en dat nog minder (42%) boodschappenlijstjes gebruikten. De jongste leeftijdsgroepen toonden zich op dat punt het minst goed georganiseerd. Het aankoopbeheer bleek ten slotte over het algemeen een behoorlijk zwak punt bij de ge�nterviewde consumenten: slechts 1 op de 2 gezinnen zei dat ze eenmaal per week voedselinkopen gingen doen, tegenover 15% die elke dag of eenmaal om de twee dagen voeding gingen kopen. Vier op de tien consumenten laten zich ook verleiden door promotieaanbiedingen, een verkooptechniek die heel vaak tot verspillen aanzet (want wat moet je uiteindelijk aanvangen met drie lasagnes wanneer je weet dat je er maar twee zult kunnen opeten?).
Worden alle consumenten terecht over dezelfde kam geschoren? Om eerlijk te zijn, kunnen verschillende profielen onderscheiden worden. Met het oog op het verminderen van de voedselverspilling moedigt het OIVO de aankoop van onverpakte of ter plaatse versneden producten aan, waardoor de hoeveelheid beter aangepast kan worden aan de echte behoeften van de gezinnen. We zien hier dat de 65+'ers meer voor zulke producten opteren, terwijl de hoge sociale groepen ze links laten liggen. We zien ook dat de gezinnen met hoge inkomens minder dan de gemiddelde bevolking geneigd zijn om maaltijdresten alsnog op te eten (42% tegenover 60% in het algemeen en 71% bij de gezinnen met bescheiden inkomens). Aan de andere kant gooien de hoge sociale groepen hun voedingsafval gemakkelijker op de composthoop dan in de vuilnisbak. Kortom, in grote lijnen kunnen we zeggen dat de meest welstellende gezinnen meer verspillen, maar toch nog "ecologisch" te werk gaan, terwijl de meer bescheiden gezinnen minder verspillen, maar ook minder goed aan de selectieve ophalingen meewerken...
Merk ook op dat de gezinnen met jonge kinderen (onder de 12 jaar) meer dan de gemiddelde bevolking gewend zijn om vaker (driemaal per week) boodschappen te gaan doen en dat ze zich talrijker van voedingsproducten ontdoen bij gebrek aan plaats (53% houden bij het inkopen doen geen rekening met de beschikbare ruimte in de koelkast en andere kasten) of door overschatting van de behoeften van het gezin (52% kopen meer dan nodig is...).
Eveneens interessant om te vermelden is dat vrouwen over het algemeen minder verspillen dan mannen. 75% van de dames bewaren en hergebruiken maaltijdresten, tegenover 52% van de mannen. En de alleenstaanden gooien minder talrijk een voedingsproduct weg waarvan de vervaldatum bereikt is.
Ook vermeldenswaard is het feit dat de consumenten globaal slecht ge�nformeerd worden over het vervallen van voedingswaren. Drie op de tien consumenten denken bijvoorbeeld dat een product waarvan de verpakking opengemaakt is, nog consumeerbaar blijft tot aan de aangeduide vervaldatum, maar de kwaliteit van het product gaat uiteraard achteruit eenmaal de verpakking open geweest is...
Een andere enqu�te die heel interessant is, werd persoonlijk door het OIVO afgenomen in september 2011 en wees uit dat de voedselverspilling ook een sociale erkenning van de bestaanscapaciteit scheen te zijn. "Ik blijf veel kopen om mezelf te tonen dat het toch nog goed gaat" en "Verspillen is tonen dat men klaar is voor iets anders, resten niet hergebruiken is tonen dat het draait, dan men openstaat voor iets nieuws" waren maar twee van de gehoorde uitspraken bij de respondenten. Veel consumenten stellen ook dat ze weinig afweten van de levensduur van verse producten en dat verspillen "een luxe" is: "we kopen wat we willen, wanneer we willen en we gooien het weg als we er geen zin meer in hebben of het niet meer nodig hebben". In die optiek is verspilling rechtstreeks verbonden met plezier en houdt niet verspillen in dat er een inspanning geleverd moet worden om niet aan alle grillen en impulsen toe te geven!
Uit de enqu�te van 2011 blijkt dus dat verspilling gezien wordt als een luxe, maar ook als een gebrek aan opvoeding. De consument lijkt zich ervan bewust te zijn dat hij, om niet aan verspilling toe te geven, moet weerstaan aan zijn onmiddellijke impulsen en moet ingaan tegen de wens van de anderen, die niet met zijn inspanningen strookt! Evengoed beseft de consument dat verspilling een enorm geldverlies veroorzaakt! Maar om zijn geweten te sussen is hij toch geneigd te denken dat het elders nog erger is: "wij gooien maaltijdresten weg, maar in de restaurants en kantines is dat nog veel erger!"; "De warenhuizen gooien ongelooflijke hoeveelheden weg want ze mogen ze met het oog op de versheid niet meer verkopen"; �
Of ze hanteren de struisvogelpolitiek: er moet een enorme inspanning geleverd worden, dus zal mijn individuele kleine inspanning toch niet veel verschil maken...
In zijn persoonlijk afgenomen enqu�te heeft het OIVO ook vastgesteld dat er aan de consumentenprofielen meerdere dynamieken gelinkt zijn die tot voedselverspilling kunnen leiden.
- Zin in iets nieuws en in verandering: de consument wil vrij zijn in zijn eetgedrag. Deze consumenten zijn professioneel actief en laten zich niet noodzakelijk be�nvloeden door de promoties of de marketing, wonen vaak alleen en denken maar over de voedselaankoop na wanneer ze zin hebben om te eten. Ze gaan vaker naar bistro's en resto's, proeven graag van nieuwe gerechten uit, maar eten niet altijd hun bord leeg; of ze gaan niet naar huis, zoals voorzien was, en eten de voorziene maaltijd dus niet op.
- Het recht om te kiezen en weg te gooien = uitzonderlijk rijk gevulde tafel. Deze consumenten kopen niet alleen de levensnoodzakelijke producten, maar ook luxe- of merkproducten volgens hun invallen van het moment. Ze willen een gevarieerde dis en eten niets op dat al aangeroerd is.
- Een goedgevulde provisiekast als garantie voor gezelligheid. Dit is het modelprofiel van de consument die goederen opslaat, op lange termijn voorziet, ook producten invriest, maar ze daarna vaak vergeet op te eten binnen de feitelijke bewaartijd. Hierbij past ook de consument die de perfectie nastreeft wanneer hij mensen uitnodigt en die altijd bang is dat hij niet genoeg zal hebben (en dus te veel koopt).
- Gewoonte. Deze consument verspilt weinig dankzij zijn routine: hij kent zijn producten en zijn boodschappenlijstje. Als hij iets weggooit, dan doet hij dat uit bezorgdheid om zijn gezondheid en omdat hij geen producten wil opeten die vervallen zijn of waarvan de verpakking al te lang open is.
- De schuld van de anderen. Het zijn goed georganiseerde consumenten die niet graag verspillen, maar dat toch doen door de schuld van de anderen, in het bijzonder van hun kinderen, die hun bord niet leeg eten.
- Het feest. Er worden specifieke producten gekocht en er wordt zonder enige matiging gekocht in het vooruitzicht van een feest, en achteraf worden alle overschotten weggegooid. Dit komt typisch voor bij grote familiebijeenkomsten, barbecues enz., wanneer iedereen een gerecht meebrengt en er grote hoeveelheden verse producten overblijven die niet bewaard kunnen worden (salades, sauzen enz.).
|