Nieuwe soorten durven proberen Wat kun je als bewuste verbruiker doen? Voedingsdeskundigen bevelen aan om tweemaal per week vis te eten. Zo blijf je probleemloos onder de aanbevolen hoeveelheid kwik of dioxines, twee vervuilende stoffen die vooral te vinden zijn in vette en grote vissen. De beste optie is te variëren tussen de verschillende soorten en eens minder bekende vissen te proberen. Met andere woorden: afstappen van de klassiekers zoals kabeljauw, zalm, haring en tong. Deze soorten zijn immers het slachtoffer van hun succes. Ze zijn zeer kwetsbaar geworden in het wild en zijn de zilverschat geworden van kwekerijen die ernstige milieuproblemen veroorzaken. Zo worden in rivier- of zeekwekerijen vaak preventief en systematisch antibiotica en pesticiden gebruikt, om winst te maken en om de hygiënenormen te respecteren. Kwekerijvissen? Opgelet! Bovendien bestaat de hoofdvoeding van kwekerijvissen uit meel en olie van andere vissen. Je zou kunnen denken dat het hier gaat om een vorm van "recyclage" van miljoenen visjes en andere zeebewoners die, vaak beschadigd door de netten, door de vissers terug in zee geworpen worden. Maar dat is het helemaal niet. Deze jonge visjes die, voor een aantal soorten, normaal niet opgevist mogen worden onder een zekere grootte, vormen de basis van een complex ecosysteem en in dat opzicht de toekomst van de visserij. Ze moeten levend door de zeeën zwerven en zo volop hun rol spelen van voorraadherstellers op middellange en lange termijn. We weten ook, nu we het toch over onze gezondheid hebben, dat almaar meer soorten gevoed worden met palmolie, een variant van de visolie die eigenlijk niets goeds te bieden heeft, niet op het ecologische vlak de palm wordt in Azië overgeëxploiteerd ten koste van de bossen en de venen) noch op het voedingswaardevlak (omdat een kwekerijvis, zoals de pangasius, die we zo veel in de marktkraampjes vinden, bijna geen omega 3 meer bevat, maar vol verzadigde vetten blijkt te zitten). Spitsvondige alternatieven Wat moet je dan doen, als vis kweken niet de wonderoplossing is? Naast het ecologische voordeel biedt het afwisselen in de geconsumeerde soorten nog een ander voordeel: ze zijn vaak goedkoper. De ontdekking van een nieuwe soort, als ze goed klaargemaakt en gekruid is, kan de meest veeleisende fijnproever behagen. Vermijd daarom aan de viskraampjes, telkens als dat mogelijk is, de vissen te kopen die ons te klein lijken, want het risico is groot dat ze niet stroken met de minimale vanggrootte. De vissen met het MSC-keurmerk (van de Marine Stewardship Council) mogen ook aanbevolen worden: dat label betekent immers dat ze gekweekt zijn volgens veeleisende bedrijfs- en milieucriteria. Jammer dat er momenteel maar enkele zulke soorten verkrijgbaar zijn in België, maar we moeten toegeven dat ze ook in onze warenhuizen almaar vaker in de koelvakken te vinden zijn. Wanneer het MSC-label op een wilde (en dus niet gekweekte) soort aangebracht is, betekent dit dat er andere criteria in orde zijn: er is voldoende voorraad van de betrokken soort, de mazen van de netten zijn voldoende groot, de vangtechniek "schraapt" de zeebodem niet kaal, enz. De vissen met het "bio"-keurmerk beginnen ook opgang te kennen in onze rekken. Dat label betekent dat een heel streng lastenkohier gerespecteerd moest worden door de kweker, met daarin onder andere geen pesticiden gebruiken. En tot slot zou er binnen enkele maanden een nog veel spitsvondiger alternatief op de markt moeten verschijnen: een duurzaamheidslabel voor de kwekerijen, ACS (van de Aquaculture Stewardship Council) gedoopt, dat rekening houdt met milieu- en bedrijfscriteria. Om te beginnen zal dat label betrekking hebben op 12 zeesoorten. Meer nog dan in het verleden zullen nieuwe koopreflexen aangeleerd moeten worden die nog alerter, kritischer, bewuster zijn... Het OIVO heeft een viskalender opgesteld |