Als je bedenkt dat meubels even alledaagse kost zijn als onze maaltijden, lijkt het ons nuttig om ook daarbij eens stil te staan. Zowel op het moment van de aankoop van een nieuw meubelstuk als voor de meubels die we al hebben loont het de moeite de vraag te stellen: waar komt het gebruikte hout vandaan? Bestaat er eigenlijk wel zoiets als een ecologisch meubel?
Grote meubelketen of kleine verkoper, in de handel worden meubels jammer genoeg niet bijzonder duidelijk ge�tiketteerd. Op enkele zeldzame uitzonderingen na. De oorsprong en productieplaats van houten meubels blijven vaak een groot mysterie.
De Europese Commissie publiceerde in 2009 nochtans de milieucriteria waaraan houten meubilair moet voldoen om het Europees Ecolabel te mogen dragen. Dat label kan uitgereikt worden aan alle meubels die voor minstens 90% van hun massa uit massief hout of op hout gebaseerde materialen bestaan. Oorspronkelijk, in het jaar 2000, was het de bedoeling het ecolabel te doen gelden voor alle meubels, ongeacht het gebruikte materiaal. Na vier jaar van eindeloze discussies tussen de betrokken partijen (de Europese Commissie, milieudeskundigen, consumenten, meubelfabrikanten, leveranciers van materialen en afwerkingsproducten, distributeurs), werd beslist dat enkel houten meubels nog in aanmerking komen.
De ecologische criteria richten zich hoofdzakelijk op het materiaal op houtbasis en op de gevaarlijke stoffen die aanwezig kunnen zijn in die materialen, bekledingen of lijmproducten. Het meubilair moet ook voldoen aan de Europese normvereisten op het vlak van veiligheid, stevigheid en duurzaamheid en het product moet makkelijk recycleerbaar zijn. Een 'gedetailleerde beschrijving van de beste beschikbare middelen om het product na gebruik te elimineren (hergebruik, recyclage, terugname door de handelaar, energieproductie), gerangschikt volgens de milieueffecten', moet aan de consument verstrekt worden.
De milieu-impact van meubels is zeer variabel en verschilt naargelang de diversiteit van de materialen waaruit ze samengesteld zijn. Een voorbeeld: een tafel kan gemaakt zijn van massief hout of van houtvezelplaten met een beschermende bekleding erop (gelaagd, triplex, multiplex,...), plus onderdelen van aluminium, plastic en andere.
Hoe complexer of meer bewerkt de materialen zijn, hoe meer energie verbruikt wordt voor hun fabricage. Het 'grijze energie'-gehalte van massief hout is bijvoorbeeld bijna vijfmaal lager dan dat van gelijmd gelamelleerd hout en vijftigmaal lager dan dat van aluminium. En hoewel ze recycleerbaar zijn en ook deels gerecycleerd worden, kunnen staal en aluminium een negatieve balans hebben omdat ze uit niet hernieuwbaar erts gewonnen worden. Ter illustratie geven we een voorbeeld van het energiegehalte ('grijze energie') van een aantal meubels (in kWh/kg, 1kWh = 3,6 megajoules of � uur haardrogergebruik!): een tafel van gelakt hout = 8 kWh/kg; een lichte matras van katoen van 90x200 cm = 44 kWh/kg.
Vooral als we verder kijken dan de energiebronnen en de natuurlijke hulpbronnen, zien we dat er bij de productie van een meubel vaak stoffen komen kijken die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. Jazeker, er zijn meubels die zware metalen, vluchtige organische verbindingen, formaldehyde, gehalogeneerde brandvertragers en dergelijke kunnen bevatten. Formaldehyde, beter bekend onder de naam formol, is een zeer vluchtige organische verbinding (VOV) wanneer het in water oplost. Deze stof met haar laag moleculair gewicht heeft als eigenschap dat ze een gas wordt bij kamertemperatuur en vandaag de dag frequent terug te vinden is in binnenhuisomgevingen.
In Frankrijk werden in 50% van de woningen concentraties boven de 20 �g per m� vastgesteld, met pieken van bijna 50 �g per m� in 5% van die gevallen.
Formaldehyde veroorzaakt oog-, neus- en keelirritatie. Naar aanleiding van een Amerikaanse studie werd de stof in 2005 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geclassificeerd als een zekere verwekker van neus-keelkanker en neusholtekanker bij de mens.
Zowel de (met lijm of hars) samengekleefde panelen, de schuimvullingen (in de rugleuning en zitting van stoelen, sofa, matras,...) en de bekleding, zoals lak of vernis, als de lederen en textielonderdelen kunnen die stoffen bevatten, die soms jarenlang in de omgevingslucht verspreid kunnen worden. En precies een langdurige blootstelling kan leiden tot irritatie van de ogen, de huid, de luchtwegen of tot zenuwstoornissen.
Ecodesign bestaat erin de milieuaspecten mee in te calculeren van bij de creatie van de meubels en houdt rekening met alle fasen van de levenscyclus van de producten.
Voor een houten meubel, bijvoorbeeld, wordt rekening gehouden met het volgende: de oorsprong van het hout, de afstand en de duur van het transport van de grondstoffen, de keuze van een fabricageproces, de hoeveelheid verpakking enz.
Een duurzaam meubel is vanuit die optiek gemaakt van hernieuwbare materialen, gerecycleerde materialen en/of recycleerbare materialen waarvan de productie maar kleine hoeveelheden broeikasgassen uitstoot. De vergelijking van de ecologische voetafdrukken van de verschillende materialen zal de voorkeur doen uitgaan naar massief hout boven metaal en plastic. Er bestaan ook labels: FSC (Forest Stewardship Council) en PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification Schemes). Ze waarborgen dat het hout en de houtproducten afkomstig zijn van duurzaam beheerde bossen.
China is de op twee na grootste importeur van meubels in Belgi�. Het OIVO raadt aan aandacht te besteden aan de oorsprong en de voorkeur geven aan meubels van lokale of toch minstens Europese makelij. Een houten tafel mag nog gecertificeerd zijn, maar als ze duizenden kilometers transport afgelegd heeft, kan ze een milieulast vertegenwoordigen die merkelijk hoger uitvalt dan die van een lokale tegenhanger, zelfs al is die van plastic. Het is beter te opteren voor pure dan voor composietmaterialen of voor bepaalde soorten assemblages zonder lijm (met verstekverband, pluggen, tappen en gaten), alsook voor de oppervlaktebehandelingen op basis van natuurlijke producten (plantaardige of bijenwas, lijnolie) om de aanwezigheid van VOV en formaldehyde zoveel mogelijk te beperken.
Bij meubels op basis van composietpanelen kiest u best voor producten van de klasse E1 (de norm E1 legt gehalten lager dan of gelijk aan 8 mg formaldehyde per 100 g materiaal op) of CARB1 (uitstoot < 0,18 ppm).
Nieuwe meubels van triplex of multiplex laat u best, v��r u ze gebruikt, enkele weken verluchten, zeker als ze voor een kinderkamer bestemd zijn.
Merk ten slotte nog op dat verschillende labels het ecologische karakter van de meubelproductie evalueren. Ze kunnen betrekking hebben op de materialen die voor de productie gebruikt werden of op het afgewerkt product. We denken aan FSC of PEFC voor het hout, NaturePlus maar ook NF environnement voor de afgewerkte producten (in Frankrijk) en Nordic Swan voor de meubels die uit Noord-Europese landen afkomstig zijn.
Bron: �coconso |