Uit onderzoek van prof. dr. Cecile Baeteman van de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat de simulaties en voorspellingen van de Verenigde Naties enigszins genuanceerd moeten worden. Het verhaal is complexer dan op het eerste gezicht lijkt. Het is niet correct om gewoon de hoeveelheid ijs dat van de poolkappen afsmelt om te rekenen naar een globale stijging van het zeeniveau in centimeters, en de invloed hiervan te voorspellen op een bepaald kustgebied. Bovendien kan men ook niet eenvoudigweg concluderen dat alle lage kustgebieden volledig zullen overstroomd worden.
Een studie van de verschillende factoren die een zeespiegelstijging veroorzaken doet besluiten dat er niet zoiets als een �globale zeespiegel' bestaat, en dat er onvoldoende rekening gehouden wordt met kustprocessen en de factoren die kustveranderingen bepalen. Menselijke activiteiten hebben immers een veel negatievere invloed op het overstromingsrisico van lage kustgebieden dan een zeespiegelstijging. Een dam op een rivier veroorzaakt meer kusterosie dan een zeespiegelverhoging. Subsidentie, of de daling van het grondoppervlak in de megasteden ten gevolge van het overmatig pompen van grondwater is in sommige gevallen tien keer groter dan de huidige zeespiegelstijging en vormt een veel groter probleem voor de kwetsbaarheid van die gebieden en hun enorme bevolking. Want uit de geologische geschiedenis van de laatste 10.000 jaar blijkt dat in ontwikkelingslanden, waar de kusten nog op natuurlijke wijze kunnen evolueren omdat er nagenoeg geen dijken zijn, de kustgebieden wel gelijke tred kunnen houden met de snelheid van de voorspelde zeespiegelstijging door natuurlijke sedimentafzetting.
Deze studie toont aan dat, ook wanneer het al te laat is en de zeespiegel vervaarlijk stijgt, er nog maatregelen mogelijk zijn om het gevaar voor de bevolking te beperken. Toch benadrukt het OIVO dat zowel de overheden als de consumenten er in de eerste plaats naar moeten streven de opwarming van de Aarde tegen te gaan, door de CO2-uitstoten te verminderen en de ecologische voetafdruk te verkleinen. Dit kan op tal van manieren: voor milieuvriendelijk transport kiezen, minder vlees eten, kiezen voor kraantjeswater in plaats van flessenwater, lokaal geteeld en gekweekt voedsel consumeren, de voorkeur geven aan groene en hernieuwbare energie, huizen beter isoleren, duurzaam reizen, enzovoort. Het OIVO heeft hierover reeds verschillende artikels gepubliceerd.
Bron: Vrije Universiteit Brussel
|