De overheidsorganen die voor gezondheid bevoegd zijn, bevelen het eten van vis aan vanwege de interessante voedingsstoffen die je erin vindt: veel vetzuren van het type omega 3, veel mineralen en biologisch hoogwaardige eiwitten. Gemiddeld 15,5% van de eiwitten die de mens opneemt, komen voort van het eten van vis en in sommige Aziatische landen loopt dat percentage zelfs op tot boven de 30%.
De omega-3 worden aanbevolen voor hun gunstige werking tegen de risico's van verstopping in de bloedvaten en voor de preventie van vaatproblemen alsook voor de preventie van bepaalde kankers. Ze zouden ook goed zijn tegen diabetes van type I en II, tegen chronische maag- en darmontstekingen zoals de ziekte van Crohn en zwerende karteldarmontsteking, tegen reumatische artritis en andere auto-immuunaandoeningen. De laatstgenoemde gunstige werkingen werden echter nog niet voor 100% onderzocht.
Dat verklaart waarom het eten van vis in de rijke landen beschouwd wordt als een "gezondheidselement", dat onder andere de neurologische functies positief helpt ontwikkelen en in goede staat helpt houden. Dat ligt helemaal anders in de arme landen (hoofdzakelijk in Afrika, Azi� en Latijns-Amerika), waar vis basisvoedsel is.
In Belgi� eet 70% van de bevolking minder dan de aanbevolen hoeveelheden vis en zeevruchten. Dat is helemaal niet verbazend als je weet dat 20% van de Belgische bevolking bijna nooit en 3% zelfs helemaal nooit vis eet. Dat geldt voornamelijk voor de jongeren, de laaggeschoolden en de inwoners van het Waalse Gewest. De consumptie van zeeproducten is inderdaad groter in Vlaanderen.
Er is echter ook ��n groot nadeel aan vissen: ze hebben namelijk de kwalijke neiging om in hun weefsel en in het bijzonder in hun vet reststoffen op te slaan van diverse vervuilingen, zoals die met zware metalen (lood, kwik), dioxines of antibiotica. Die chemische giffen moeten geweerd worden, zeker voor kleine kinderen en voor zwangere en borstvoeding gevende vrouwen, omdat de mens er in zijn vroegste ontwikkelingsfase kwetsbaarder voor is.
Niet zelden overschrijden grote viseters het weekplafond voor bepaalde vervuilende stoffen zoals methylkwik of dioxines en PCB. Methylkwik is bijzonder gevaarlijk voor het zenuwstelsel en voor de hersenen in ontwikkeling. Het is vooral terug te vinden in de vissen aan het einde van de voedselketen.
De dioxines en PCB verstoren het endocrien systeem, het zenuwstelsel en het immuunsysteem. De effecten worden maar pas lang na de intoxicatie zichtbaar, wat het verband moeilijk zichtbaar maakt tussen de lichte intellectuele achterstand, de abnormale vatbaarheid voor besmettingsziekten of de ontwikkeling van kankers en de inname van dioxines. Ze veroorzaken DNA-mutaties en worden door de moeder aan het kind doorgegeven, zowel aan de foetus als later via de moedermelk. Vooral de vette vissen uit de Baltische zee vertonen een hoger dioxinegehalte.
Toch blijft tweemaal per week vis eten aanbevolen voor de gezondheid vanwege de goede voedingswaardekwaliteiten. Het is echter onontbeerlijk om zich goed te informeren over de oorsprong van de vis in kwestie alsook over de plaats van de geconsumeerde vis in de voedselketen. Vermijd het eten van roofvissen zoals tonijn of snoek, maar ook van vis die afkomstig is van de zogezegde sportvisserij. Daarnaast is vis goed bakken en besmettingen door andere rauwe voedingsproducten vermijden ook belangrijk om de dosis smetstof in uw maaltijd zoveel mogelijk te beperken. |