Is het waar dat we te veel eten? Als we het over vlees hebben,is het antwoord zonder enige twijfel "ja"! Rundvlees, varkensvlees, kip, schapenvlees...: gemiddeld eet ieder van ons 100 kg dieren per jaar, wat ons � tezamen met onze Franse buren � naar de derde plaats brengt onder de vleesliefhebbers in Europa, achter de Spanjaarden en de Denen. Het is al lang geleden dat vlees nog een luxeproduct was dat voorbehouden werd voor bijzondere gelegenheden en enkel betaalbaar was voor de meer welstellende gezinnen. Maar ondertussen zijn de industrialisering en de mondialisering een feit. Die maken het vandaag de dag mogelijk om ook bij ons enorme hoeveelheden dieren te kweken op zeer beperkte oppervlakten dankzij diervoer dat massaal ingevoerd wordt uit Latijns-Amerika en Afrika.
Vlees is een voedingsproduct dat goed is voor de gezondheid. Het bevat een pak onmisbare voedingsstoffen: ijzer, zink, selenium, de B-vitamines. In het bijzonder de vitamine B12 komt niet veel voor in producten van plantaardige oorsprong, iets wat mensen die een strikt vegetarisch dieet volgen, zeker indachtig moeten zijn. En verder zijn er veel vleessoorten die minder dan 10% vetten bevatten en een goede bron van eiwitten vormen binnen een evenwichtig eetpatroon.
Maar wat blijkt: onze gulzigheid speelt ons parten. We eten te veel vlees dat verwerkt is in de vorm van fijne vleeswaren, van bereid vlees in een (vette) saus, van industri�le "am�ricains", van hamburgers of van vleessalades voor op broodjes. Die inname van grote hoeveelheden verzadigde vetten verhoogt het risico voor hart- en vaatziekten. Industrieel vlees, heel in het bijzonder, bevat veel zout (oorzaak van te hoge bloeddruk) en veel van allerhande toevoegsels die moeten zorgen voor meer smaak, meer kleur, een langere bewaartijd. Er zijn ook sterke vermoedens dat vlees, en dan vooral gegrild vlees, aan de basis zou liggen van darm- en prostaatkankers. Geen goed nieuws voor de Belg, die zo een grote liefhebber is van barbecues...?
We moeten echter niet alleen aan onze gezondheid denken. De impact van de dierteelt op het milieu is al te vaak desastreus. De hoge concentratie van dieren die in batterijen gekweekt worden, wat vooral voor gevogelte en varkens geldt, verplicht de kweker om grote ruimten extra te verwarmen en te verlichten, wat massa's energie verbruikt. Bovendien zijn zulke kweekruimten, niet alleen door de energiebehoefte maar ook door de "uitlaatgassen" van de dieren zelf, grote uitstoters van broeikasgassen. De voeders (zoals ma�s, soja e.a.) die van de andere kant van de wereld ingevoerd worden, zijn aldaar mee de oorzaak van de ontbossing van gebieden zoals het Amazonewoud en worden aldaar ook vaak geteeld met methoden die de genetisch gemanipuleerde organismen (GGO) niet schuwen. Om maar ��n voorbeeld te geven, wordt in Latijns-Amerika ongeveer 70% van het Amazonewoud in weiland omgezet. Bij ons blijven de gier en de mest van dierkwekerijen onze rivieren en grondwaterlagen eutrofi�ren (verstikken), ondanks aanzienlijke inspanningen die de overheid en de kwekers leveren om daar iets aan te verhelpen. Het resultaat: de werking van onze waterzuiveringstations wordt almaar duurder...
Wat kunnen we daar (nog meer) tegen doen? Minder vlees eten. Kiezen voor minder vette stukken vlees en voor diersoorten die een minder ernstige milieu-impact hebben. Een kilogram rundvlees produceren leidt in totaal tot een uitstoot van het equivalent van 15 � 32,2 kg CO2, waar die voor een kilogram kip maar 4,6 � 6,7 kg bedraagt. Door te opteren voor dieren die zo dicht mogelijk bij ons gekweekt werden en gevoed werden met producten van de kwekerij/boerderij zelf, kunnen de milieueffecten nog meer teruggeschroefd worden. De labels op biologisch vlees garanderen de naleving van heel strenge regels (geen GGO's, oog voor het dierenwelzijn, geen pesticiden, 50% lokaal geproduceerde diervoeders enz.). Andere labels leggen meer de klemtoon op de kwaliteitcontrole en de traceerbaarheid in de productieketen, het ras (rustiek of niet), het type beloop (buiten of niet), de aanwezigheid van omega 3 en 6 (wenselijk en verband houdend met het type diervoeders), enzovoort. Wie bereid is tot een kleine inspanning om zich te informeren en de etiketten te lezen, kan duizend-en-��n nieuwe ontdekkingen doen! |