Op weg naar duurzaam transportIn tegenstelling tot de vaak geopperde kritiek is elektrisch vervoer over de gehele lijn wel degelijk een pak minder vervuilend dan transport aangedreven door de thermische motor. Uiteraard moet ook de elektriciteit die de wagen aandrijft ergens vandaan komen. Toch blijkt, wanneer je de volledige som maakt, dat het milieu er significant minder onder te lijden heeft. Verschillende studies bevestigen dat de last voor het milieu twee- tot zelfs driemaal minder is dan bij de ontploffingsmotor. Tijdens het rijden wordt praktisch niets uitgestoten. Vergeet ook niet dat de nodige elektriciteit, zeker op lange termijn, ook op een milieuvriendelijke manier kan opgewekt worden. We denken dan aan duurzame energie, verkregen uit bijvoorbeeld zonnepanelen, windmolens of door waterkracht. Alle kennis onder ��n dak
Voorlopig staat de sector echter nog in zijn kinderschoenen. Om het project een stevige duw in de rug te geven, werd in Brussel op 29 oktober jongstleden het eerste Belgian Platform on Electric Vehicles (of Be.eV #1) georganiseerd door de FOD Economie. Een moment waarop academici, beleidsmakers en mensen uit de sector zelf samen konden komen om de mogelijke toekomst van elektrische voertuigen te bespreken en aan vruchtbare kruisbestuiving te doen. Opvallende afwezige waren echter de grote autoproducenten � jammer. Het OIVO, daarentegen, was present en nam nota. Belgi� tuft achteraan de kolonne
E�n besef gonsde als rode draad doorheen alle lezingen en gesprekken: Belgi� hinkt achterop tegenover de rest van Europa. In de ons omringende landen staan, in tegenstelling tot hier, al langer dan vandaag een pak ambitieuze projecten op poten. Frankrijk heeft, ter illustratie, een budget uitgeschreven van niet minder dan anderhalf miljard euro, met als bedoeling tegen 2020 twee miljoen elektrische wagens te zien rondrijden die kunnen opladen aan zo'n vier miljoen Franse laadpalen. Of, een betere vergelijking met Belgi�: Nederland mikt op tienduizend elektrische voertuigen tegen 2015 en trekt daarvoor 65 miljoen euro uit. In Belgi� zijn die ambitieuze plannen nog volop in ontwikkeling, met projecten als de proeftuin voor elektrische voertuigen van minister van innovatie Ingrid Lieten en het Flanders Drive research & development project nog in de pipeline. Waar staat de technologie?
Zoals gezegd is de markt is nog in volle ontwikkeling. Die economische realiteit staat in rechtstreekse wisselwerking met de stand van de technologie � beide factoren be�nvloeden elkaar. Als de markt erin slaagt uit te breiden, komt er meer geld vrij voor technologisch onderzoek. Anderzijds geeft technologische vooruitgang de markt steeds een zekere boost. Ondanks het feit dat er technologisch nog veel ruimte voor verbetering is, mogen we niet te pessimistisch zijn over de hedendaagse situatie. Wat is het eerste dat in u opkomt als u denkt aan mogelijke problemen met elektrisch vervoer? � Jawel, het bereik. De autonomie van de wagen. Dit is een genuanceerd verhaal. Het klopt dat de huidige elektrische voertuigen zelden een bereik hebben dat boven de honderd kilometer uitkomt. Dit roept al snel het schrikbeeld op tijdens een lange rit, in het midden van de weg, plots zonder elektriciteit te vallen. Het raakt ook aan ons gevoel van vrijheid: willen we niet allemaal, wanneer we daar toevallig zin in hebben, de spontane beslissing kunnen nemen een ritje te gaan maken van een paar uur? Met een elektrische wagen is dat voorlopig nog uitgesloten. Zoek het niet te ver
Bekijken we de zaak echter realistisch, dan moeten we inzien dat zelfs dit probleem van bereik best meevalt. Uit onderzoek blijkt dat niet minder dan 95 tot zelfs 99% van alle autoritten korter zijn dan honderd kilometer. Drie wagens op tien komen nooit toe aan een zodanig lange afstand. Zou het dan niet jammer zijn het elektrisch vervoer af te schrijven, voor die zeldzame keer dat we echt ver moeten rijden? Ook voor die lange ritten bestaan trouwens oplossingen. Het elektrisch voertuig dat enorme afstanden kan overbruggen bestaat immers wel. Al jaren, zelfs. Een trein, heet zoiets. Daarnaast wordt volop onderzoek gedaan naar het gebruik van hybride wagens of huurauto's voor lange afstanden. Ons standpunt
Het OIVO staat volledig achter het project �elektrisch rijden�. Het is een ecologisch en economisch verantwoorde, gebruiksvriendelijke, effici�nte en gezonde manier van transport. Er moeten echter nog grote stappen voorwaarts gezet worden alvorens de markt echt van de grond kan komen. De belangrijkste zaak is dat de consument grondig ge�nformeerd wordt. Er bestaan nog teveel vooroordelen over elektrische voertuigen, die een gezonde vooruitgang in de weg kunnen staan. Wij van het OIVO proberen bij dezen alvast ons steentje bij te dragen. Ook vanuit de overheid moeten daar echter dringend meer initiatieven voor genomen worden. Vooruitgang is nooit een louter technologisch verhaal. De geschiedenis heeft keer op keer aangetoond dat het niet volstaat dat een technologie op punt staat om succes te kennen. De socio-economische toestand moet ideaal zijn, zodat de technologie haar weg kan zoeken naar het hart van de maatschappij. Het OIVO beveelt alle bevoegde instanties aan dit ter harte te nemen. Enkel focussen op economie en technologie, door de markt te stimuleren en aan onderzoek te doen, is niet voldoende. De consument moet actief betrokken worden in het proces van gewenning aan deze veelbelovende nieuwe vorm van vervoer. Aan de consumenten zelf raden we dan ook aan zich te informeren en uw interesse te tonen aan de handelaars. Het aanbod is voorlopig nog beperkt, maar zoals het gaat in een vrije markt kan dit snel veranderen eens de producenten merken dat er een substanti�le vraag bestaat. Het OIVO kijkt met grote ogen uit naar de elektrische toekomst, engageert zich om mee te werken aan de ontwikkeling van het project �elektrisch rijden� en kijkt nu al uit naar de tweede editie van het Belgian Platform on Electric Vehicles, Be.eV #2. � Gebruikte bronnen: Scorebord van Belgi�. � J. Van Mierlo, Vrije Universiteit Brussel
|