Met het principe van voedselverspilling bestrijden is iedereen het in theorie eens. In de praktijk blijkt dat echter een ander paar mouwen te zijn! E�n van de redenen daarvoor is dat de consumenten de impact van de verspilling op het milieu weinig of niet kennen. Voedselverspilling is on-aan-vaard-baar: daarover is er een consensus. In 2007 bleek dat al duidelijk uit een enqu�te uitgevoerd door het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO): 88% van de Walen keuren dat fenomeen sterk af. Het verschijnsel wordt zelfs veroordeeld door 96% van de mensen met lagere inkomens en met een kortere schoolopleiding. Maar in weerwil van die vaststelling is het uiterst bevreemdend om de conclusies van een andere studie (van de ULB in 2005) te lezen. Wat bleek daar immers uit? In grote lijnen "dat het de anderen zijn die voedsel verspillen". De grote meerderheid van de consumenten is van mening dat zij niet de verspillers zijn. Ze wijzen voor dat euvel eerder naar de scholen, de warenhuizen, restaurants, fastfoodketens, homes, grootkeukens, bedrijfsrestaurants enzovoort. Deze kijk op de zaak is natuurlijk niet helemaal verkeerd, maar het meest zorgwekkende dat uit de gevoerde kwalitatieve enqu�tes naar boven komt, is dat de perceptie van verspilling is dat ze beschouwd wordt als een onvermijdelijk gevolg van de leefwijze. Mensen analyseren de verspilling vanuit een zeker fatalisme: verspillen vloeit voort uit het gebrek aan tijd om het winkelen, het klaarmaken van eten en het hergebruiken van de etensresten rationeel te beheren. Dat tijdgebrek zou verklaard worden door het werk van de vrouwen. En al wordt het praktische leven van de huidige gezinnen meestal als koppel beheerd, zou de verantwoordelijkheid van elke partner voor voedselverspilling toch afgezwakt worden door het feit dat die taken moeilijk te co�rdineren zijn. Volgens de recente sociologische enqu�tes is de consument zich maar zelden bewust van de milieu-impact van de verspilling. Nochtans zouden twee cijfers - en die twee cijfers alleen al - het mogelijk maken om de juiste inschatting te maken: 20% van de klimaatverandering is gekoppeld aan de productie, de omwerking en de opslag van de voeding en 660.000 ton is de hoeveelheid voedsel die elk jaar in ons land verspild wordt. Een argument dat (nog) niet ingeschakeld werd is de prijs van het product, die door de consument niet in beschouwing genomen wordt in verband met het al dan niet weggooien van een voedingsproduct, zo blijkt uit de studies. De gezinnen evalueren vooral het risico voor de gezondheid en de hygi�ne. Een wijze en begrijpelijke houding? Ja, natuurlijk, maar de enqu�tes tonen tegelijk ook aan dat de gezinnen heel weinig inzicht hebben in de juiste betekenis van de verbruiksdatum / vervaldatum. 47% van de door het OIVO ge�nterviewde personen denken dat voedingsproducten waarvan de verpakking geopend werd, geconsumeerd kunnen worden tot de verbruiksdatum bereikt is. Fout! Die datum heeft betrekking op de gesloten verpakking. Zo denken 33% van de ge�nterviewden ook dat een voedingsproduct waarvan de verbruiksdatum verstreken is, niet langer geconsumeerd mag worden. Ook fout! Die datum is de datum vanaf wanneer de organoleptische kwaliteiten van het product (smaak, kleur, uitzicht enz.) niet meer gewaarborgd zijn. Die datum moet dus beschouwd worden als een baken die verondersteld wordt de aandacht van de consument te trekken. Het gevolg van die slechte kennis of twijfels laat zich al raden: al te vaak worden voedingsproducten al weggegooid terwijl ze nog zonder risico geconsumeerd hadden kunnen worden. Om de strijd tegen de verspilling beter te voeren, stellen experts zeer uiteenlopende pistes voor. We denken maar aan het kwalitatief goed composteren of andere beheermethoden voor organisch afval verbeteren, meer communiceren over het echte kostenplaatje van de verspilling (174 euro per jaar per gezin!), de consumenten aansporen om voor het winkelen een boodschappenlijstje op te stellen en beter op de etiketten te letten, de landbouwvoedingsmiddelensector onder druk zetten om duidelijkere adviezen te geven, het weggeven van voedsel (aan liefdadige acties) aanmoedigen, en zo meer. En ook niet te vergeten: de meest kwetsbare gezinnen beter begeleiden in dat bos van soms tegenstrijdige of te commerci�le informatie over de voedingsmiddelen.
Bron: Voedselverspilling vermijden begint al in de winkel!, Studie van het Brussels Observatorium voor Duurzame Consumptie
Raadpleeg ook de folder |