Vanaf 1 juli 2009 worden de Europese handelsnormen met betrekking tot de grootte en de vorm van 26 soorten groenten en fruit afgeschaft. Het doel van dit initiatief bestaat erin minder te verspillen en de consumenten toegang te bieden tot een ruimer gamma producten tegen een redelijke prijs. Maar de landbouwers vrezen dat deze maatregel zal leiden tot een daling van de prijzen die aan hen betaald zullen worden en tot nog grotere druk van de grootdistributie. Daarom werk het voorstel bij de stemming in november laatstleden maar door 9 EU-landen gesteund. Al meer dan 20 jaar worden groenten en fruit met een niet-conforme vorm uit de rekken geweerdTot op vandaag worden de groenten en fruit ondergebracht in drie categorieën (1, 2 en "Extra") en moeten ze beantwoorden aan criteria betreffende de vorm (bijvoorbeeld lang en smal voor de komkommers, courgettes en wortelen), de kleur en de grootte. Producten die niet aan die criteria voldoen, gaan naar de voedingindustrie voor verwerking in blikgerechten en bereide gerechten of naar het stort. In Groot-Brittannië zou tot 20% van de oogst van groenten en fruit daardoor niet voor verkoop in de kleinhandel in aanmerking komen. Appelen, peren, abrikozen: regels verschillenIn toepassing van de nieuwe regels zullen 26 soorten groenten en fruit, ongeacht hoe ze er uitzien, in de kleinhandel verkocht mogen worden. Deze maatregel zal van toepassing zijn voor abrikozen, artisjokken, asperges, aubergines, avocado's, sperziebonen, spruiten, wortelen, bloemkolen, kersen, courgettes, komkommers, champignons, knoflook, ongedopte hazelnoten, spruitkool, prei, watermeloenen, uien, erwten, pruimen, bleekselderij, spinazie, walnoten in de dop, pastinaken en witloof. De normen blijven gelden voor tien soorten groenten en fruit, die 75% vertegenwoordigen van de waarde van de EU-handel: appelen, citrusvruchten, kiwi's, sla, perziken en nectarines, peren, aardbeien, paprika's, tafeldruiven en tomaten. De Lidstaten zullen echter de verkoop van die groenten en fruit mogen toelaten, ook als ze niet aan de vorm- of groottenormen beantwoorden, op voorwaarde dat ze op een duidelijk andere manier gelabeld worden dan de andere kwaliteitscategorieën.
Er zullen toch minimale handelsnormen gerespecteerd moeten wordenHoewel de normen betreffende de grootte en de vorm verdwijnen, blijven de groenten en fruit toch onderhevig aan de minimale handelsnormen met betrekking tot de kwaliteit, de rijpheid en de aanduiding van oorsprong. Minimumeisen inzake kwaliteitDe groenten en fruit moeten als volgt zijn: intact; gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie; zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen; nagenoeg vrij van plagen; nagenoeg vrij van aantasting van het vruchtvlees door plagen; vrij van abnormaal uitwendig vocht; vrij van vreemde geur en/of smaak.
De producten moeten in een zodanige conditie zijn dat zij:
Minimumeisen inzake rijpheidDe producten moeten voldoende ontwikkeld en rijp genoeg zijn. De producten moeten zodanig ontwikkeld en gerijpt zijn dat zij in staat zijn het rijpingsproces voort te zetten en zo een toereikende rijpingsgraad te bereiken.
Aanduiding van de oorsprong van het product De volledige naam van het land van oorsprong moet aangeduid worden. Met betrekking tot producten van oorsprong uit een lidstaat dient het land van oorsprong te worden vermeld in de taal van het land van oorsprong of in een andere taal die begrijpelijk is voor de consumenten in het land van bestemming. Met betrekking tot andere producten dient het land van oorsprong te worden vermeld in een taal die begrijpelijk is voor de consumenten in het land van bestemming.
Referenties: verordening (EG) 1221/2008, gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU nr. L 336 van 13 december 2008, die van toepassing is met ingang van 1 juli 2009. http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2008:336:0001:0080:NL:PDF
|