Verpakkingen: gewogen en te zwaar bevonden 15 maart is de internationale dag van de consument, een dag om iedereen te wijzen op de rechten die de consumenten verworven hebben, ook al worden ze nog in tal van landen in de wereld met voeten getreden. Zelfs bij ons mogen die rechten nog regelmatig eens herhaald worden: recht op veiligheid en kwaliteit, recht op informatie, recht op vertegenwoordiging, recht op een gezond leefmilieu. Maar 15 maart is tevens de ideale dag om naast de rechten ook de verantwoordelijkheden toe te lichten en aan de consument uit te leggen hoe hij of zij duurzamer kan consumeren, door het koop- en consumptiegedrag te veranderen. Dit jaar voert het BODC ter gelegenheid van 15 maart samen met milieu- en verbruikersorganisaties een actie tegen verpakkingsafval en in het bijzonder tegen oververpakking. Verpakkingen: zin en onzin Het eerste verpakte product verscheen op de Britse markt in 1746. Het was een vernieuwing die tot ongekende, onvoorspelbare proporties zou uitdeinen. Vandaag worden nagenoeg alle producten in een verpakking verkocht, meestal zelfs voorverpakt. Karton, plastic of metaal: elk materiaal heeft als hoofddoel de kwaliteit en de integriteit van het product te helpen bewaren, gedurende de hele levenscyclus van het product. De verpakking draagt ook het etiket, dat essentiële informatie moet verstrekken aan de consument. Maar gaandeweg heeft de verpakking ook een meer en meer uitgesproken marketingfunctie gekregen. De potentiële koper moet in één oogopslag worden verleid, gerustgesteld, geïnformeerd. De "overtuigingskracht" van de verpakking is vooral van belang voor impulsieve aankopen, die niet vooraf op ons boodschappenlijstje staan maar die tot 70% van onze aankopen kunnen uitmaken. Elke Belg zou jaarlijks bijna 10.000 BF aan verpakking uitgeven. In de voedingssector zou gemiddeld 20% van de kostprijs van het eindproduct betrekking hebben op de verpakking. De verpakkingshoeveelheid neemt nog toe: waarom? Ondanks talloze maatregelen van de overheid en inspanningen van de industrie blijft de hoeveelheid verpakking die we verbruiken alsmaar toenemen. Elk jaar worden er 450 miljard verpakkingen op de Europese markt gebracht. In België wordt de jaarlijkse hoeveelheid huishoudelijke verpakkingen voor eenmalig gebruik op meer dan 21 miljard eenheden geschat. Vanwaar die voortdurende toename? In de eerste plaats consumeren we nog altijd alsmaar meer. Nooit voorheen werden we zo tot kopen aangezet. De mensen brengen heel wat van hun vrije tijd door met shoppen in winkelstraten en –centra. Via internet, TV, telefoon en gratis catalogi in onze brievenbus krijgen we de mogelijkheid om eender wat te kopen, op elk moment van de dag en de nacht, eender waar in de wereld. Daarbovenop komen nog betaalfaciliteiten en gemakkelijk krediet. Ongetwijfeld zouden we beter aan de verleiding tot aankopen kunnen weerstaan als reclame minder alomtegenwoordig en minder opdringerig zou zijn. In de tweede plaats zijn onze levenswijze en de handel zo geëvolueerd da de vraag naar meer verpakte producten is toegenomen. Ook de zelfbediening draagt ertoe bij dat de aangeboden producten extra beschermd (en dus extra ingepakt) moeten worden. De postorderverkoop, die via internet een echte boom doormaakt, vereist sterkere verpakkingen omdat de bestelling aan huis geleverd en vaak minder voorzichtig behandeld wordt. Ouders die allebei uit gaan werken, maaltijden die buitenshuis worden gebruikt, individuele schotels (zelfs voor leden van eenzelfde gezin) enz. vertalen zich in de winkels in panklare gerechten, in kant-en-klaar bereidingen en in kleinere hoeveelheden afzonderlijk verpakt. De vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal alleenwonenden moedigen die tendens nog aan omdat alleenwonenden merkelijk meer verpakking verbruiken dan gezinnen met 3 à 4 personen. Afval: veel en duur In de voorbije 30 jaar is het volume verpakkingsafval vervijfvoudigd en voor bepaalde materialen, zoals plastic, zelfs toegenomen met een factor 50! De opkomst van verpakkingen van PVC (polyvinylchloride) in de jaren ‘70 heeft de weg geopend voor de One Way-verpakkingen (weg te werpen na één gebruik), die de meerderheid van de huidige verpakkingsmassa uitmaken. De verpakkingsafvalberg is zo groot geworden dat de overheid een pakket maatregelen heeft uitgevaardigd om de hoeveelheid afval terug te dringen en beter te beheren. Op Europees niveau voert de richtlijn 94/62/EG het preventieprincipe in, evenals de verplichting dat verpakkingen aan "essentiële vereisten" moeten beantwoorden. Ze stelt ook streefcijfers voorop inzake hergebruik en recyclage. In België werd dit in 1997 vertaald in een Interregionale Samenwerkingsovereenkomst die een aantal verplichtingen vastlegt: verplichte terugname van verpakkingsafval voor valorisatie (hergebruik of recyclage), verplichte informatie over de hoeveelheid en de soorten verpakking die in de handel wordt gebruikt, en het verplicht opstellen van een preventieplan om de hoeveelheid verpakkingsmateriaal en de schadelijkheid ervan terug te schroeven. Deze verplichtingen zijn ten laste van de personen die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de verpakte producten. Die verantwoordelijken kunnen zelf optreden of de uitvoering aan een erkend organisme (zoals FOST+) toevertrouwen. Voor het publiek vertalen deze maatregelen zich in een vraag (of, zoals in heel wat gemeenten, in een verplichting) om het afval te sorteren en voor selectieve inzameling aan te bieden. De burger toog aan het werk om zijn steentje bij te dragen, soms met enige moeite, soms met tegenzin. In 1999 werd per inwoner 99 kg afval selectief ingezameld, waarvan 55 kg verpakkingsafval. 504.916 ton huishoudelijke verpakkingen werden gerecycleerd, wat overeenstemt met een recyclagepercentage van ongeveer 73 %. Ook al helpt recyclage de hoeveelheid afval beperken die op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven eindigt (en natuurlijke hulpstoffen besparen), is er toch een prijs te betalen door het milieu en door de maatschappij. Naar gelang van het materiaal bedraagt de gemiddelde verwerkingskostprijs voor huishoudelijk afval tussen de 2.000 en de 7.000 BEF per ton. Voor alle verpakkingen samen betekent dit een totale jaarkostprijs van 3 miljard BEF ten laste van de gemeenschap. Een steeds vaker gehoorde bedenking is dat de optie "sorteren-recycleren-valoriseren" de echte preventie, gericht op het vermijden van afval, uit het oog doet verliezen. "Het beste afval is vermeden afval" Voorbeelden uit de praktijk tonen aan dat het effect van preventieve acties toenemen naarmate ze vroeger in de hele levenscyclus (op het moment van het productontwerp of door een verandering van de verpakkingsmethode) ingrijpen. Producenten en distributeurs dragen dus het grootste deel van de verantwoordelijkheid, maar dat neemt niet weg dat de consument ook een rol te vervullen heeft. Voor de laatstgenoemden betekent afvalpreventie dat ze minder verpakkingen moeten kopen en gebruiken. Veel producten zijn verkrijgbaar in verpakkingen die weinig afval veroorzaken of zelfs helemaal zonder verpakking. Maar wie deze producten koopt, moet wel extra aandacht besteden aan de bewaarmethode en aan het rationeel gebruik om verspilling en afval te vermijden. Enkele consumententips om verpakkingsafval te voorkomen- Koop enkel de hoeveelheid die je nodig hebt: losse (onverpakte) producten of "op maat gemeten"; enkel grote verpakkingen voor niet-bederfbare waren.
Kies voor niet-verpakte producten, geconcentreerde producten (bv. onderhoudsproducten en wasmiddelen) en navulpakken (wasverzachters, douchegel enz.) - Geef de voorkeur aan terugbetaalde, herbruikbare verpakkingen (dranken) en verpakkingen waarin gerecycleerd materiaal verwerkt is.
- Vermijd oververpakking.
- Geef de voorkeur aan verpakkingen uit één enkel materiaal, die selectief worden ingezameld.
- Vermijd verspilling: maak een boodschappenlijstje om bevliegingen/verleidingen te vermijden; plan de maaltijden vooraf en hou rekening met de vervaldata op de etiketten; respecteer de bewaar- en doseervoorschriften.
- Sorteer het afval voor de selectieve ophalingen.
Vermijd oververpakking: een poster helpt u een handje De poster die voor 15 maart verspreid wordt, illustreert verschillende vormen van oververpakking. De poster helpt de consumenten ze te leren herkennen en vermijden, zodat een echt afvalpreventief gedragspatroon kan worden aangenomen. Wie pakt er nu uit met afval?Talloze producten worden aangeboden in verpakkingen die bestaan uit meerdere materialen, soms in meerdere lagen. Op de poster staan als illustraties: een pakje koekjes (een plastic omhulsel in aluminiumfolie in een kartonnen doos), zes blikjes limonade in een plasticfolie en een tube tandpasta in een blister. Wie deze producten wil kopen met minder verpakking, koopt: koekjes in een verpakking uit één materiaal, limonade in grote flessen met statiegeld die hergebruikt worden en tandpasta in een flacon of tube die ondersteboven kan rechtop staan en waar geen bijkomende verpakking omheen zit. Voorbeeld: tandpasta in een flacon van 75 ml tegenover een tube van 75 ml in een blister of een kartonnen doos produceert 70% minder afval (uitgedrukt in gewicht). De verkoop per pakket is een commerciële techniek waarmee de verkoop van een product opgedreven wordt. De techniek wordt vaak gebruikt in promotiecampagnes en wordt dan gekoppeld aan een lagere eenheidsprijs. In principe kan de consument het pakket altijd opsplitsen en gewoon één exemplaar van het product kopen. Mini-porties, maxi-troep! Verpakkingen met een kleinere inhoud komen tegemoet aan de behoeften van alleenwonenden en aan de snoep- en zwerfgewoonten van de moderne consument. De kleinere porties zijn ook de belichaming van een trend die de consumenten alsmaar meer comfort wil bieden. Op de poster staan afbeeldingen van miniporties jam, melk en oploskoffie. Er bestaan ook miniporties citroensap (voor thee), suiker, beschuit, chocolade, kaas, boter, zeep, shampoo en douchegel, dierenvoer… We kunnen daar nog hygiënische doekjes (verfrissende doekjes voor eenmalig gebruik) bijvoegen etc. Afzonderlijk verpakte mini-producten leiden in feite tot een maxi-afvalproductie en maxi-prijs. Grotere verpakkingen betekenen relatief minder verpakkingsafval en minder kosten (op voorwaarde dat men die hoeveelheid ook effectief nodig heeft).
Niks blits, die blister!Blisters, samengestelde verpakkingen die bestaan uit een plastic cocon op een kartonnen ondergrond, zijn gegroeid met het zelfbedieningssysteem in grootwarenhuizen. Ze hebben een tweeledige functie: kleine voorwerpen op een aantrekkelijke manier zichtbaar maken in de rekken en diefstal voorkomen. Ze zijn een vorm van oververpakking in die zin dat ze een extra verpakking aan het product toevoegen. Er zijn talloze voorbeelden te vinden in de winkelrekken. Het karton kan bij de selectieve ophaling van papier en karton, maar het plastic gedeelte wordt niet afzonderlijk ingezameld en vliegt bij het "restafval". Nochtans zijn praktisch al de producten ook te koop in een niet-oververpakte vorm. Sommige fabrikanten hebben ondertussen ook andere verpakkingen ontwikkeld voor zelfbedieningswinkels: er zijn bijvoorbeeld de volledig kartonnen verpakkingen voor batterijen (die de "blister" vervangen) en voor potloden (die met een "haakje" aan een spil worden opgehangen), en de rekken voor de niet-verpakte producten (zoals kantoorbenodigdheden). Er bestaan ook andere beveiligingssystemen tegen diefstal die aan de kassa verwijderd worden en opnieuw gebruikt kunnen worden. De beste manier om blisters te vermijden bestaat erin de betrokken producten (zoals klein naaigerief, kantoorbenodigdheden, cosmetica, elektronicamateriaal enzovoort) in kleinere speciaalzaken te kopen.
Veel afval, weinig eten De refters van vroeger bestaan niet meer. In plaats van de collectieve koffiepauzes hebben we nu de "tien-uur-hapjes" die iedereen zelf meebrengt naar school of het werk. e dragen bij tot bergen kleine fruitsapdoosjes, limonadeblikjes, aluminiumfolie en plasticfilmen. De nieuwste rage zijn lunchpakketjes in de vorm van kleine porties kaas, ham en beschuit, die niet alleen veel verpakkingsafval voortbrengen, maar ook veel vetten en additieven bevatten. De schoolmaaltijden bieden de ouders nochtans de gelegenheid om hun kinderen voor bewustere consumptiekeuzes te sensibiliseren: een ideale gelegenheid om het consumptiegedrag te veranderen, afvalpreventie te stimuleren en de gezondheid van het kind te bevorderen. Een brooddoos en een drinkbus (of herbruikbare plastic fles) zijn hygiënische recipiënten die gemakkelijk in een schooltas passen en veel minder afval veroorzaken. Weg zakkenvullers!De verkoop in zelfbediening, het ter beschikking stellen van een winkelkarretje en de aanbieding van een gratis winkeltas moedigen de klanten aan om alsmaar meer te kopen. De gratis winkeltassen maken het leven van de consument gemakkelijker en worden achteraf vaak nogmaals gebruikt (bijv. als vuilniszak), maar ze blijven een berg afval veroorzaken die niet selectief wordt weggewerkt. Elk jaar worden alleen al in het Brussels Gewest meer dan 100.000 miljoen van deze winkeltassen verdeeld. Dit afval kan gemakkelijk door de consument vermeden worden als men de wegwerptassen vervangt door een duurzamer alternatief: een caddy, een plastic bak, herbruikbare winkeltassen… De sierverpakkingen Deze vorm van oververpakking komt niet op de poster voor, maar verdient toch ook om onder de aandacht van de consument gebracht te worden. Vooral in de sectoren van cosmetica en snoep is de omvang van het fenomeen ‘sierverpakkingen’ aanzienlijk. Badschuim in een plastic flacon die de vorm heeft van een standbeeld, chocoladeschijfjes die samen verkocht worden met prentbriefkaarten of decoratieve slingers, desserts in een pot van keramiek, kazen op een rieten schaal, snoep in een speelgoedgadget enzovoort: het oogt allemaal wel fraai en verkoopt misschien beter, maar als de kast eenmaal vol is met zulke gadgets, verdwijnen ze al snel in de vuilnisbak. En, vaak weegt en kost dit soort verpakkingen en attributen meer dan de inhoud. Referenties - Dossier Test-Aankoop over oververpakking, maart 2001
- Dossier "Emballages", artikelenreeks, Le bulletin de L’Ilec, oktober 1998
- Les emballages pour boisson, La lettre de l’éco-consommation, september-oktober 1999
- Responsible packaging, Philippe Diercksens, Fost Plus, 1998
|