Pesticiden worden regelmatig gebruikt tijdens de productie van voedingsmiddelen (fruit, groeten, vlees, meel) Ze worden gebruikt voor hun biocide werking, dit wil zeggen hun levensvernietigende eigenschappen. Deze stoffen zijn gevaarlijk voor alle leven en dus ook voor de mens. Daarom beogen de regels met betrekking op pesticiden vooral het limiteren van residus in voedingswaren.
Pesticiden zijn overal aanwezig: in het kelderwater, in het regenwater, in de sneeuw, in de bodem, in de lucht, in het voedsel, in de waterreserves en in kraantjeswater. Sommige pesticiden accumuleren op het niveau van de bodem, planten of dieren.
Ze dringen door in levende organismen langs verschillende wegen: oraal, respiratorisch, via de huid en kunnen daar, zelfs in beperkte doses, vermengd en op lange termijn een versterkend of additief effect uitoefenen.
Volgens een rapport van de Europese Commissie bevatten bijna de helt van alle groeten en fruit op de Belgische markt resten van meerdere pesticiden. Europa herkent het feit dat jonge kinderen zouden moeten beschermd worden tegen de schadelijke substanties welke aanwezig zijn in hun voeding omdat uitgevaardigde normen voor babyvoeding zeer strenge limieten oplegd voor reststoffen. Spijtig genoeg zijn deze normen slechts van toepassing op bereid voedsel voor jonge kinderen en niet op verse groenten en fruit.
Bioaccumulatie
We worden regelmatig bloodgesteld aan cocktails van pesticiden waarvan de samengevoegde effecten effecten zeer slecht bestudeerd zijn en weinig in rekening gebracht worden.
Zodus kunnen talrijke kankerverwekkende pesticiden in synergie werken. Hetzelfde gaat op voor pesticiden die de hormonale huishouding verstoren door tussenkomst in de synthese, uitscheiding, transport, fixatie of afbraak van hormonen. Ze worden ook verdacht van het bevorderen van diverse kankers, verlaging van de immuunwerking, neuro-psychische effecten, schildklierveranderingen,... Piperonyl butoxyde interageert met bepaaple pesticidefamilies (pyrethrino�den, organochloriden, carbamaten) en vertraagt hun afbraak in het organisme. Analoog hiermee inhibeert organofosfor de degradatie van pyrethrino�den.
De accumulatie wordt niet beschouwd om voor elke substantie de maximaal toegelaten residuele dosis te bepalen op niveau van toegediend voedsel. Een recente Nederlandse studie heeft aangetoond dat als men de toxiciteit in rekening brengt van de samengaande werking van organofosfor pesticiden en carbamaten in het voedselregime van Nederlandse kinderen, deze bloodgesteld zijn aan een globale dosis welke kan bijdragen aan chronische effecten en zelfs kunnen inwerken op het zenuwstelsel.
De blootstelling aan zekere pesticiden, zelfs in zeer beperkte doses, kunnen dus ernstige tot zelfs onomkeerbare gevolgen hebben en welke zich ook pas veel later in het leven kunnen manifesteren.
Pesticiden vertonen kankerverwekkende , mutagene, immunotoxische (verstoren de werking van immuunsysteem) en neurotoxische (toxisch voor het zenuwstelsel) eigenschappen. Daarenboven zijn sommige pesticiden peristent en hopen zich op in levende organismen (bioaccumulatie). Ze kunnen dan het endocrien systeem verstoren (en dus hormonale huishouding in de war brengen) en een rol spelen bij erminderde vruchtbaarheid. Deze pesticiden zijn dusverontrustend voor onze gezondheid en deze van de kinderen.
De foetus, pasgeborenen en jonge kinderen zijn gevoeliger en meer blootgesteld dan volwassenen. Zij zijn uiterst gevoelig voor sommige chemische stoffen welke onomkeerbare gevolgen kunnen nalaten in hun volop ontwikkelend organisme. Ze zijn meer blootgesteld omdat ze op het grasveld spelen, met de hond spelen welke een vlooienband draagt, ze makkelijker dingen in hun mond steken...
De meeste testen welke nodig zijn om deze producten toe te laten, evalueren onvoldoende de gevaren voor deze kwetsbare groep. Dientengevolge is het nog moeilijker dan voor de volwassenen, om de risico's te evalueren voor foetussen, pasgeborenen en jonge kinderen.
Dit is dan ook de reden waarom de maximale concentratie van residuele pesticiden in babyvoeding beperkt is tot de waarde die nog gedetecteerd kunnen worden met de huidige routineonderzoeken. Het is immers zo dat de experten van de Europese Commissie erkend hebben dat men zeer voorzichtig moet zijn met de voeding en jonge kinderen omdat voor het merendeel van de pesticiden ze niet kunnen zeggen welke de maximale hoeveelheden zijn opdat het voedsel zonder gevaar is voor de kinderen.
De gezondheid van landbouwers
De chemische producten welke gebruikt worden in het kader van de landbouwexploitatie kunnen aanleiding geven tot een verhoogde incidentie van het aantal kankergevallen bij landbouwers. Dit werd bevestigd door een team van Ierse onderzoekers onder leiding van Dr Cecily Kelleher (Clinical Sciences Institute, Galway, Irlande).
Volgens deze studie betreft het vooral kankers zoals leukemie en lymphoma's. Deze informatie komt bovenop andere informatie van andere publicaties welke duiden op een verhoogde incidentie van bepaalde vormen van kankers bij landbouwers ten opzichte van de rest van de bevolking.
De risicofactoren zijn niet alleen hoger bij landbouwers en wijnbouwers welke blootgesteld worden tijdens het gebruik, maar zijn eveneens hoger bij de arbeiders welke aanwezig zijn bij de productie van deze stoffen.
Reglementering
De richtlijn 2000/24/EC van 28 april 2000 fixeert de maximale gehaltes van residu's van pesticiden in granen, voedingswaren van dierlijke oorsprong en in sommige plantaardige producten inbegrepen fruit en groenten.
Deze limieten hangen af van de toxiciteit van desbetreffende stof. Maximale residuele limieten (MRL) zijn niet voor alle stoffen bepaald. Er is immers geen enkele drempel vastgelegd voor de producten die beschouwd worden als te gevaarlijk gezien hun mogelijk effect op de volksgezondheid. Chloramfenicol en nitrofuranen zijn voorbeelden van zulke antimicrobi�le stoffen waarvoor geen enkele MRL is vastgelegd.
De beslissing om te bepalen of een stof aanvaardbaar is of niet en tot welke limiet wordt genomen na een gedetailleerde risicoanalyse.
Exploitanten ven de voedingssector zijn verantwoordelijk voor de conformiteit van hun producten aan de voedingswetgeving van de EU. Sinds 2005 zijn de commerci�le wereld verplicht om aan de autoriteuten van de EU alle ongunstige testresultaten te signaleren.
Offici�le controles en maatregelen zijn in werking gesteld door de lidstaten wegens hun verbintenis om een nationaal veiligheidsplan aan te nemen en toe te passen voor de bewaking van bepaalde groepen van specifieke residuen en contaminanten (richtlijn 96/23/CE). Deze procedure heeft tot doel te garanderen dat de toegelaten niveau's niet worden overschreden en dat voedingsmiddelen gevrijwaard blijven van verboden residu's. Daarnaast organiseert het voedsel en veterinair bureau van de Europese Commissie inspecites om te controleren dat de wetgeving gerespecteerd wordt in de lidstaten.
Inzake Citrusvruchten
Een verplichting wat betreft etikettering bestaat inzake de behandeling van citrusvruchten na het oogsten. Hier moet de vermelding "behandelt na de oogst" op vermeld staan.
Deze behandeling behelst voornamelijk het gebruik van thiabendazol, een fungicide om de houdbaarheid van de vruchten te verlengen voor de commercialisatie. De consument dient dus verwittigd te worden van de aanwezigheid van dit pesticide wanneer hij de schil wil opeten.
De etikettering van biologische citrusvruchten valt niet onder deze bepaling vermits deze geen betrekking heeft op deze producten..
Voorbeelden:
- Sinaasappel Le Gamin, Colruyt, Exp: Canamas Hnos S.A. Navelina, "Niet behandeld na e oogst".
- Citroen Primofiori (Merk n�1 van Carrefour), CAT I CAL 5/6 48/62 MM., net van 1.000 grs, "Bahandeling van het omhulsel op basis van plantaardige was", Oorsprong: Spanje.
Referenties
Stichting tegen kanker,
http://www.cancer.be/index.cfm?fuseaction=Content.DisplayCat&Category;_ID=8215510A-06CE-4BB1-BA506C301D7BA90F⟪=NL.
Europese Wetgeving
Richtlijn 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000 houdende wijziging van de bijlagen van de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit.
http://europa.eu.int/eur-lex/lex/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32000L0024:NL:HTML.
Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in produkten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG.
http://europa.eu.int/eur-lex/lex/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:31996L0023:NL:HTML.
13 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen. http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/welcome.pl.
19 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van maximale gehaltes aan [...] polygechloreerde bifenylen in sommige voedingsmiddelen.
http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/welcome.plhttp://europa.eu.int/eur-lex/lex/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:31996L0023:NL:HTML
|