De milieu-impact van de levenscyclus van een voedingsproduct, alsook sommige van de intrinsieke kenmerken van dat product, zijn afhankelijk van de productiemethode en de bewerkingen die het onderging bij de transformatie en de verpakking.
Bepaalde productiewijzen werden ontwikkeld om voedingsproducten van hoge kwaliteit voort te brengen en tegelijk de impact van de landbouwpraktijken en van de omwerkingsbehandelingen op het milieu te beperken.
Dat is onder andere het geval met de biologische en de beredeneerde landbouw.
Biologische landbouw
De biologische landbouw onderscheidt zich van de andere landbouwconcepten door het gebruikmaken van normen (productieregels), certificatieprocedures (verplichte inspectiesystemen) en een specifiek etiketteringssysteem.
De biologische landbouw kan omschreven worden als een productiemethode die de nadruk voornamelijk legt op de milieubescherming en op het dierenwelzijn op het gebied van de dierproductie. Hij vermijdt of vermindert aanzienlijk het gebruik van synthetische scheikundige producten zoals meststoffen, pesticiden, additieven, geneeskundige producten, enzovoort.
Op het gebied van de plantenteelt wordt gebruikgemaakt van verschillende kweektechnieken zoals de fertilisatie door opname van organische mest, de productie van peulvruchten die stikstof kunnen vasthouden, compost van groenten of uitstrooiing van weinig oplosbare mest, preventieve maatregelen ter bestrijding van de vijanden van de planten en van ziekten, onder andere het kiezen van aangepaste soorten en vari�teiten, het gebruiken van specifieke teeltrotatiesystemen, het bestrijden van onkruid met mechanische werkmethoden en het beschermen van de nuttige insecten.
Binnen de dierproductie werden minimumnormen vastgelegd voor de grootte van de loopruimte binnen en buiten, zodanig dat het natuurlijk gedrag van de dieren niet verstoord wordt. De dieren moeten gevoed worden met voeders op basis van biologische landbouwproducten, maar tijdelijke afwijkingen op dat vlak kunnen toegestaan worden. De rassen moeten geselecteerd worden in functie van hun natuurlijke omgeving en hun weerstand tegen ziekten. Het toevoegen van antibiotica en andere additieven in de voeding van de dieren, alsook het gebruik van hormonen en van groeistimulatoren zijn verboden. In de mate van het mogelijke zouden de behandelingen moeten steunen op natuurlijke geneeskrachtige stoffen. Voor therapeutische doeleinden mogen de antibiotica en andere allopathieke scheikundige behandelingen gebruikt worden, zolang de toediening van deze producten onderworpen wordt aan voorwaarden en aan een strikte controle. Een goed beheer van de mest met het oog op het voorkomen van elke mogelijke milieuvervuiling is eveneens verplicht.
Voor de transformatie van de voedingsproducten zijn maar een beperkt aantal additieven toegestaan om er zeker van te zijn dat de specifieke kenmerken die het voedingsproduct in de productiefase verworven heeft, niet verloren gaan tijdens de transformatiefase.
Reglementering
De communautaire wetgeving inzake de biologische landbouw gaat terug tot juli 1991, met de goedkeuring van het reglement (EEG) nr. 2092/91 van de Raad betreffende de biologische productiemethode voor landbouwproducten en de vermelding daarvan op de landbouw- en voedingsproducten. Dit reglement dekt hoofdzakelijk vier domeinen:
- de regels betreffende de productie van de landbouwproducten en de bereiding van de voedingsproducten;
- de etikettering van de biologische landbouw- en voedingsproducten;
- de eisen inzake de controle;
- het equivalentieregime voor de ingevoerde producten uit andere landen.
Het reglement (EEG) nr. 2092/91 voorzak geen enkele norm voor de veeteeltproducten en werd gewijzigd door de reglementen (EG) nr. 1804/1999, (EG) nr. 223/2003 en (EG) nr. 392/2004 om er de dierproducten in op te nemen. Dit nieuwe reglement legt de productieregels vast voor de belangrijkste soorten: rund, schaap, geit, paard alsook gevogelte. De regels voor de andere soorten zullen later bepaald worden in een reglement van de Commissie. Voor wat de diervoeders betreft, bepaalt het reglement dat de Commissie in detail de toepasbare modaliteiten inzake etikettering en de controle daarop voor deze sector zal uitwerken.
Door deze wijziging zijn de volgende producten nu gedekt door het reglement:
a) de plantaardige niet-getransformeerde en getransformeerde landbouwproducten die bestemd zijn voor menselijke voeding;
b) het vee en de niet-getransformeerde producten van dierlijke oorsprong, de getransformeerde producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor menselijke voeding;
c) de diervoeders, de samengestelde diervoeders en de grondstoffen voor de diervoeders voor zover deze producten aanduidingen dragen of bestemd zijn om aanduidingen te dragen die verwijzen naar de biologische productiemethode.
Het EU-logo voor de biologische producten, dat in het leven werd geroepen door het reglement (EEG) nr. 331/2000, is facultatief (niet verplicht) voor de gebruikers die het willen aanwenden als een promotiemiddel. Om geloofwaardig te blijven, mag het logo enkel gebruikt worden onder bepaalde voorwaarden.
- De producten moeten beantwoorden aan de vereisten inzake de productie die toepasbaar zijn op de landbouwproducten en/of de voedingsproducten die ten minste 95% biologische ingredi�nten bevatten;
- De producten worden onderworpen aan het controleregime tijdens alle productie- en bereidingsfasen; het logo mag niet aangebracht worden op producten uit andere landen omdat het onmogelijk is om een permanente opvolging van de controleprocedures in die landen te garanderen.
- Ze moeten rechtstreeks door de producent of de bereider in gesloten verpakkingen aan de eindverbruiker verkocht worden of als voorverpakte voeding in de handel gebracht worden; in het geval van de rechtstreekse verkoop van de producent of bereider aan de eindverbruiker is een gesloten verpakking niet verplicht als de etikettering het mogelijk maakt om duidelijk en ondubbelzinnig het product te identificeren dat deze aanduiding vereist.
- De producten moeten op het etiket de naam en/of maatschappelijke zetel van de producent, de bereider of de verkoper vermelden, alsook de naam of het codenummer van de autoriteit of het controleorganisme en elke andere aanduiding die wordt voorzien door de beschikkingen van de reglementen betreffende de etikettering van de voedingsproducten, conform met de communautaire reglementering.
Het logo mag, onder bepaalde voorwaarden, ook gebruikt worden in het kader van de reclamecampagnes voor de biologische producten.
De Europese Commissie heeft een "Europees actieplan voor biologische voeding en landbouw" goedgekeurd, dat als doelstelling heeft om de ontwikkeling van de biologische landbouw in de Unie te vergemakkelijken. Dit plan omvat 21 voorstellen in verband met een betere voorlichting van de consumenten, een grotere effici�ntie van de overheidssteun, intensievere vormingen en het zoeken en verstrengen van de productienormen en de invoer- en inspectieregels.
Europese wetgeving
Biologische productie van landbouwproducten en levensmiddelen
http://europa.eu/scadplus/leg/nl/lvb/l21118.htm
Referenties
Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw
http://europa.eu/comm/agriculture/qual/organic/plan/index_nl.htm
Biologische landbouw binnen de EU.
http://europa.eu/comm/agriculture/qual/organic/
|